Op het met soldaten overladen schip woei oerwoud mij tegemoet als een herinnerde geur van overvloed in een Diergaardekas. Wij gingen aan land en baadden weelderig onder een veroverde waterval. Dat was me wat anders dan met knotwilgen omzoomd weiland of een park met slingerende paden. Later kwamen er nog bergen en woestijnen bij. Nu, op een verweerde stoel omsloten door wingerd en klimop raak ik maar niet verzadigd van groen. Nog even en het groeit over mij heen. Uit: Een olifant met geheugenverlies. Wagner Se Van Santen, 2005. 00

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 81