Een vlucht duiven, de roofvogel erboven een vermoeden, een instinctieve angst. Iets dat uitruist boven het verre stadskabaai; men zegt dat in een ballon de wind niet wordt gehoord, dat de wind je omsluit als iemand die je behoedzaam wegvoert van de plaats van de ramp: een jongen die zichzelf overwon en tijdens de val doof bleef voor het geklapwiek van duiven, blind voor een schaduw die sneller viel, diep tevreden als een kind dat een moeizaam opgebouwde blokkentoren met één trap omverschopt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 84