Tussen de hulpeloze koffiekopjes en de uitgebloeide asbakken onder de traag roterende ventilatorbladen J snakkend naar hun stilstand; CC tussen de stoelen die her en der verspreid staan herinnerend aan hun vroegere eigenaren, zit aan de bar het ongelukkige paar. Het feest is geweest, voorbij gegaan, de lange neus van carnaval opgedroogd- de microfoon opgerold, de boxen weggedragen, de roadies on the road- LU OW vjf» V5 ze slaakt een zucht die klinkt als een vlieg, en hij W draait zich nogmaals om en weet steeds haar j net niet aan te kijken- UJ ra» het spandoek is neergehaald en opgerold, de planken voor het podium terug in de kelder gezet- O 00 hij slaat zijn biertje achterover, doet alsof hm hij nog iets in het glas houdt, zij jjf speelt vermoeid met de ring aan haar vinger, (3 slangenkop drakenoog - de edelstenen, ze zijn niet echt. 4-1 IA g Zullen we dan maar, klinkt het ongenodigd, 0> en als een automaat staan ze parallel op J van hun krukken en schuifelen gearmd naar de deur- Er is toch meer te beleven dan hier, hij zet Q zijn kin op, zij steekt haar arm voor hem uit en de nacht slokt het ongelukkige paar op om ze voor een droomloos huis uit te spugen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 90