Op een stille maartse morgen
- narcissen tussen de graven
kingsize-beloften in de struiken -
landden de mannen van Antisthenes
wolkenschaduwen trokken
als zwarte ruiters over de duinen
en de zee kwam in het licht van
een ander inzicht: dit was de dag
dat Aphrodite maar net een aanslag
ontliep en zij, zichzelve genoeg
schoonde haar schoonheid en zond
een handkus naar de honenden
die met tyfoonkracht hen in zee dreef
Ze gingen, kwamen, komen en gaan
bespieden ons vanuit hun groezeldenkraam
meren in ons aan waar we het niet vermoeden