omzet in roekeloos verzet; de achter de conventies en het gezag verscholen spitsburger een angsthaas die toch een dagelijkse heroïek bezit, zonder welke hij elke ochtend bevend de dekens over zijn hoofd zou trekken in plaats van de roep van zijn wekker te volgen. Beide rollen wisselen soms onverwacht, en de lafbek van vandaag kan, indien voldoende getergd, ineens de Held van morgen zijn. Daarbij, zo snapte ik al in Elk moment de dageraad, kun je een individu niet vereenzelvigen met de banaliteit van zijn levensloop, die in belangrijke mate bepaald wordt ondanks in plaats van dankzij de acties en ambities van de persoon in kwestie. Tot je spectrum behoren ook je voor keuren, intellectuele bagage, dromen, fantasieën, angsten, engelachtige kwaliteiten en perversies; het ideaaltype dat als homunculus van jezelf door de spiegelkabinetten van je inner lijke, symbolische wereld trekt, maar ook de inktzwarte scha duw die verdwijnt telkens je achterom kijkt om die duistere achtervolger te betrappen. Allereerst moeten we het meest evidente levensfeit, dat van de dood, hardnekkig negeren. Vervolgens zetten we het om gekeerde scheerbekken op onze kop en beelden ons in dat we ridder zijn. "De constructie van mijn identiteit," zo meldt Elk moment de dageraad - en dat is de laatste aanhaling daaruit -, "vereist selectie, rangschikking en interpretatie van een over zichtelijk aantal autobiografische feiten." Pas na het maken van onszelf kunnen we ons uitdrukken. Maar moeten we persé windmolens voor reuzen aanzien om in be weging te komen en onze energie, die voor een groot deel agressie is, op iets anders te kunnen richten dan onszelf? - Dat kan geen kwaad, als we tegelijk inzien dat de vervaarlijke reuzen daarginds ook windmolen zijn gebleven. Dit dubbele besef: het mythologisch engagement, de roes van de betekenis accumulatie om onze geest in beweging te krijgen, leven in te blazen, gepaard aan de scepsis en praktische boerensluwheid die nodig is om je lichaam in leven te houden, komt naar mijn smaak het best tot uiting in een prozagenre dat ik door het te noemen uitvind, namelijk dat van de 'inclusieve representatie'. Teksten volgens deze opvatting behelzen op hetzelfde verhaal niveau elementen uit de uiterlijke en innerlijke realiteit, ver enigen op de simpelste wijze de ervaringen van de empirische,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 20