zintuiglijke wereld met die van de psychisch-mentale en cogni tieve werkelijkheid. Deze werkwijze beantwoordt onmiddellijk aan het expansieve, integrerende aspect van ons bewustzijn en de artistieke impuls. De inclusieve representatie breekt ener zijds de terra incognita open die zelfs de meest banale omge ving of aandoening in wezen is, en kleurt anderzijds oude, sleetse sjablonen en conventies bij. Zo voltooide ik onlangs een verhaal over de onderbelichte Midden-Oostenreizen van de jonge Madame Blavatsky, stichtster van de moderne theosofie. De vertellende instantie is een djinn. Maar het ook voor de auteur meest intrigerende personage is een man die zijn naam niet wil noemen, en die een levensgevoel schijnt te vertegen woordigen dat alleen door middel van deze personificatie kan worden uitgedrukt. De notities die deze figuur voortdurend maakt en zijn aantekenboekje zijn een belangrijke, maar nooit ontsluierde factor in het verhaal. Het in een non-fictionele tekst bespreken van een verhaal dat alleen de auteur heeft gelezen is geen voorbeeld van inclusieve representatie. Alleen wanneer het verhaal waaraan wordt ge refereerd nooit geschreven is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 21