zintuiglijke wereld met die van de psychisch-mentale en cogni
tieve werkelijkheid. Deze werkwijze beantwoordt onmiddellijk
aan het expansieve, integrerende aspect van ons bewustzijn en
de artistieke impuls. De inclusieve representatie breekt ener
zijds de terra incognita open die zelfs de meest banale omge
ving of aandoening in wezen is, en kleurt anderzijds oude,
sleetse sjablonen en conventies bij. Zo voltooide ik onlangs een
verhaal over de onderbelichte Midden-Oostenreizen van de
jonge Madame Blavatsky, stichtster van de moderne theosofie.
De vertellende instantie is een djinn. Maar het ook voor de
auteur meest intrigerende personage is een man die zijn naam
niet wil noemen, en die een levensgevoel schijnt te vertegen
woordigen dat alleen door middel van deze personificatie kan
worden uitgedrukt. De notities die deze figuur voortdurend
maakt en zijn aantekenboekje zijn een belangrijke, maar nooit
ontsluierde factor in het verhaal.
Het in een non-fictionele tekst bespreken van een verhaal dat
alleen de auteur heeft gelezen is geen voorbeeld van inclusieve
representatie. Alleen wanneer het verhaal waaraan wordt ge
refereerd nooit geschreven is.