Het was weer zo'n dag die veel te snel begon. Om acht uur 's morgens ging de bel. Voor de deur stonden twee mannen. Een kleine dikke en een iets grotere. Ook dik. Van het bureau voor niet-destructief waardeonderzoek. Ze kwamen de vaten embleren. "U komt wat?" vroeg ik. De vaten embleren. In verband met energiebesparing volgens Europese regelgeving. Ik was geselecteerd voor een proef en had het allemaal kunnen lezen in de brochure die was rondge stuurd. Of ik die nog had? Nee, natuurlijk niet. Ik gooi alles weg wat me niet interesseert. Zeker als dat ook nog uit Europa komt, waar dat dan ook ligt. Ik lees sowieso geen lectuur van de overheid om in ieder geval mijn taal zuiver te houden. Vaten embleren. De kleine droeg een witte overall en een baseball cap. De grote een jas met op de rug University of Wisconsin. Student zeker. Of ze in de meterkast mochten kijken. "Waarom?" vroeg ik. "Voor een juiste indicatie moeten wij uw kritisch moment weten," zei de student. De kleine dikke scheen al met een zaklamp in de meterkast naast de voordeur, rommelde aan wat dingetjes en knikte te vreden. "Ik zie het al." Hij sloeg een map open en bestudeerde de inhoud. "De waarden zijn substantieel gestegen," zei hij misprijzend. "U heeft in de periode hiervoor het calorisch break even point nog wel gehaald en daar zit u nu zwaar boven. Wij zullen moe ten onderzoeken hoe dat verschil is ontstaan. Is er de afgelopen maanden een verandering in uw leefpatroon gekomen? Gaat u vaker in bad? Heeft u wietplantjes?"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 23