"Dat gaat u geen donder aan," zei ik. Wat gaan we nou krijgen.
Hij vinkte iets aan in zijn map. Vervolgens sloeg hij deze met
een klap dicht en liep naar de voorkant van het huis. De grote
sjokte mee.
"Hoeveel schoorsteenratten heeft u?" riep hij.
Ik deed de deur dicht en ging ontbijten. Met zo iemand ga ik
geen gesprek voeren.
Ik zag ze in de tuin rondscharrelen en gebaarde door het raam:
Ga weg. Ze waren kennelijk nog steeds op zoek naar ratten die
uit de schoorsteen kwamen. Af en toe lachten ze hard als een
van de twee iets grappigs scheen te zeggen. De kleine schreef
veel in de map. Hij keek erbij of het geld ging kosten.
Ik zat aan mijn derde boterham toen de bel opnieuw ging.
Puck en Muck. Of ze boven mochten kijken.
"Nee," zei ik resoluut. "Geen denken aan. Boven is niets te
zien."
Nu werd de kleine boos.
"Ik raad u aan mee te werken aan dit onderzoek, anders zou u
de inspectie wel eens op uw dak kunnen krijgen!" riep hij.
Nog dreigen ook. Ik deed de deur dicht en ging op de wc zitten.
Dat doe ik altijd als ik niemand wil spreken. Voor het wc-raam-
pje stonden ze nog een tijdje te kletsen. Toen hoorde ik een
auto starten en ze reden weg.
Drie dagen later stopte er een Opeltje voor de deur. Er stapte
een vent uit die me niet beviel.
"U heeft mijn mensen de toegang tot uw woning geweigerd,"
zei hij op hoge toon.
"Ja. En jij komt er ook niet in. Ga dat maar tegen je baas zeg
gen."
"Oh, gaat dat zo?" schreeuwde hij.
"Ja," zei ik. "Dat gaat zo" en smeet de deur dicht.
Hij schreef alles op in een boekje. Ik ging er van horen, riep hij
door de deur heen. Het kon me allemaal geen barst schelen.
Niemand komt mijn kot binnen zonder mijn toestemming
en al zeker niet om iets te doen wat ik niet snap of waar ik
nog nooit van heb gehoord. Vaten embleren. Ze waren zelfs te
beroerd om uit te leggen wat het betekende. Of waar het toe
diende. En vooral: wie er profijt van had. Het zal wel weer met
het klimaat of het milieu te maken gehad hebben, want om die