Een fotograaf wilde voordat het evenement begon een plaatje
van hem schieten. Dat kon, maar het resultaat moest wel een
actiefoto zijn voor de microfoon, vond de dichter. En of hij
even mijn gedichtenmap mocht lenen. Toen het karwei ge
klaard was viel de bundeling open bij een smartelijke tekst -
een pastiche - met als laatste regel: I'm so lonely, so lonely, so sad.
Mijn map had overal open mogen vallen, maar niet daar. In
een splijtende seconde merkte hij de regel op en met volmaakte
ironie - de map was alweer dicht - sprak hij de twee fatale woor
den uit: So lonely. Ik lachte, maar voelde me niettemin betrapt.
Toen hij aan zijn eigenlijke optreden toe was, schudde hij, en
dat was me al eerder opgevallen, de oude man resoluut van
zich af. Hij las en zijn dictie was weer perfect.
Ooit kreeg ik een brief van hem naar aanleiding van een van
mijn bundels. Hij maakte behartigenswaardige opmerkingen
over mijn verslingerd zijn aan het distichon. Ook over de poëzie
in het algemeen en over de verhoudingen binnen de vaderland
se dichterswereld (het kippenhok). En wat de waardering van de
medemens betreft schreef hij: Hoe helder je ook schrijft, de meeste
mensen zullen toch naar je poëzie kijken als ganzen naar het onweer.
Jan Eijkelboom - Jan Eijk zoals hij zich graag liet noemen - was
voor mij niet alleen een gewaardeerd dichter, maar ook een
wegwijzer in poëzieland, een richtingbepalende dichter.
Voor hem was verstaanbaarheid geen frase. Hij zou een goede
Dichter des Vaderlands geweest zijn, ware het niet dat zijn
gezondheid dat verhinderde. Bovendien was hij niet gek op
plichtplegingen en gedoe.
Hij was de gouden man: tegelijkertijd scherp en mild. Hij hielp
zijn collega-dichters en kende geen broodnijd. Tijdens een be
zoek aan Dordrecht zag ik hem ooit met zijn boodschappenkar
door een winkelstraat lopen. Slecht ter been, een beetje in zich
zelf gekeerd en onverwoestbaar, dacht ik. Helaas is dat laatste
niet waar gebleken.
(Uitgesproken tijden de herdenkingsbijeenkomst voor Ian Eijkelboom in het
Dordrechts Museum op 12 april 2008.)
De Maker, uit Een olifant met geheugenverlies, Wagner Van Santen