naam van de man die daar zonet nog stond. De man in de
regenmantel - een kledingstuk dat nu een plas vormt op de
vloer - heeft zelfs niet eens in de richting van die man gekeken.
Hij had er geen belangstelling voor. Zijn moede, grijze hoofd
heeft hij op het beeldscherm gericht. In zijn houding spreekt
echter méér dan aandacht. Hij bekijkt het scherm met een
dwingende intensiteit. Hij brengt het tot leven. Hij lijkt over
het scherm te triomferen - méér nog: hij lijkt te triomferen
over wat er zich op dat scherm afspeelt. Hij lijkt op een
behoedzame manier controle uit te oefenen over wat er zich
op het scherm afspeelt. Hij doet dat behoedzaam, zonder de
andere aanwezigen met die intentie te willen storen, als een
eenmanscomplot.
De doden hebben ons in hun greep. Wie een tijdmachine uit
vindt, reist daarmee niet naar de toekomst maar uitsluitend
naar het verleden. We worden gefascineerd door de intenties
van diegenen die onze geschiedenis schreven. Al wat in de toe
komst nog zal gebeuren, is alleen maar hypothetisch. Het lost
geen enkel mysterie op. De toekomst verbijstert en beangstigt
ons. Het verleden zoeken we op om te ontdekken wie wij zijn,
en wat ertoe geleid heeft dat te worden wat we nu zijn. Mis
schien leven we daarbij met de illusie dat we kunnen wijzigen
wat we geworden zijn. Dat we de wereld, zoals we die vandaag
kennen, integraal of in details naar onze hand kunnen zetten.
Zo wanen we onszelf goddelijk. Maar de toekomst? Wat doen
we daarmee? Die beheersen we nu reeds. Elk gebaar dat we
maken, elk woord dat we uitspreken bepaalt vorm en inhoud
van onze toekomst. In die zin is de toekomst niet onkenbaar:
het is het resultaat van onze acties in het heden.
De tweede vrouw werpt een blik op het scherm, maar ze
begrijpt niet waar al die herrie om gaat. Overstromingen -
hadden ze maar niet in de buurt van een riviermond moeten
gaan wonen. Of beter voor hun dijken zorgen. Waar gebeurt
dit? In een ver land, waar de mensen niet de moeite doen om
voor hun dijken te zorgen. Eigen schuld dus. Hier gebeurt dat
allemaal niet. Hier is er orde, hier wonen ordelijke mensen. Ze
begrijpt niet waarom daar zoveel herrie over gemaakt wordt,
zoveel kabaal, en allemaal op televisie - terwijl ze daardoor
haar favoriete soaps moet missen. En dan die man met de
donkere regenmantel, waarom is hij hier? Waarom staat hij