Voor de oude stad op pelgrimstocht in de schemering passeer ik Venetiaanse wallen en reis ik inwaarts op zoek naar een taal van klaagzang omfloerst gemurmel van [een] oud hart graffiti op oude muren onze dromen liggen in de graven graven zien we in onze dromen ogen blind en gretig jaloezieën die het licht van witte binnenplaatsen verbergen geesten van besnorde mannen schrijlings op rieten stoelen troebele lotsbestemmingen op de bodem van koffiekopjes schaduwen van grootmoeders in de herinnering van citroenbomen arthritische handen rijgen nog steeds stukje voor stukje mijn sprei aanee ik scherm mijn lichaam af stenen baarmoeders van huilende iconen Byzantijnse heiligen wier namen mij niet meer voor de geest komen alleen een herinnering een geur van oeroude rokende bladeren en jammerende gebeden van ongeziene hodja's in het noorden de vurige gelaatsuitdrukking van jongelui met kille helmen vormt de levensader van dit sukkelende hart wapperende banieren houden mij weg van gebarricadeerde verkeerswegen en ik beweeg mij naar buiten door de stadspoorten terwijl ik droom van het oosten en het noorden van geestverschijningen van broederschap een gemeenschap met zee citrusbomen schapenmelk en olijven op een ontwakende tanende aarde breekbare trofee van mijn zoektocht Nicosia 1993 (licht gewijzigd 200(

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 72