■o c o\ KI Slingert zich met jonge bochten door het voorjaar, versperringen opwerpend van eigen bloei Uitdijende dijk in waas en waarachtig wit van fluitekruid Hel licht zoekt een volmaakte hoek voor de in bloed gedoopte aardaker, het edelleverkruid in gal verwekt, wilde, tongkussende marjolein, het paarse geweld van een wollige distel, de oorstrelende grote ratelaar, ruige anjers zonder poespas van een knoopsgat C Schuilend dijkvolk mag straks de zomer berijden <0 vQ, 00

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 89