Zilverdistel
Zich onopvallend ophouden
bij de aarde
Geen schaduw werpen
op anderen
In de schaduw van anderen
oplichten
(Uit Aut eigene hoffnung)
Gedicht met de vraag van de leraar
Plots, op een morgen in april, parkeerden
postauto's langs de straat, half
in de voortuinen, half
op het asfalt
En wat wil de dichter daarmee zeggen?
In de nacht heeft de goudenregen
de haag omlaag gebloeid
(Uit tines jeden einziges leben, 2003)
In 2006 was ik in Berlijn voor een PEN-congres. Het vroegere
Oost-Duitse deel, sterk ontwikkeld, oogde jong, dynamisch,
creatief, vol vertrouwen in de toekomst; het westelijke deel dui
delijk gedateerder. De Wende heeft muren geslecht. Maar niet
afdoende in de harten van ouderen. Toen ik de weg vroeg aan
een, naar later bleek, gemengd koppel (zij een Wessi, hij een
Ossi), riep de man, ervan overtuigd dat de vrouw me de ver
keerde kant op wees: "Aber nein, das ist doch bei uns". Met
'uns' bedoelde hij zijn (Oost-)Berlijn.