Soms als ik naast je zit
zoekt mijn hand naar die van jou
en als je langs mij loopt moet ik
jou in mijn armen sluiten.
Omdat ik je weer moet voelen
zoals die eerste keer bij het weerzien
na die lange jaren van scheiding.
En omdat ik weer wil beseffen
dat die tijd nu voorbij is en dat
wij steeds bij elkaar zullen blijven.
En ook omdat ik mijn geheugen
zo wil vullen en versterken
dat ik je altijd op kan roepen
als jij er niet meer zal zijn.
(Uit: Een Huis om in te SlapenE. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 2007)