LU O O LU O 0> Fladderende vogel. Zijn luttele leven in handen van de killer. De dodenmaker. Misschien was het een andere wind. Een ander jaar. Een andere dag. Je zat in de tuin. Groene bladeren hingen tussen de gele bladeren aan de bomen. Of ik wilde of niet. Groen sloeg op mij, en geel op jou. Ik zit aan mijn ontbijt. De zon valt op mijn gezicht. Een streep licht strekt zich langzaam uit, en raakt mijn bord. Zo fel, dat ik de kerven zie in het oude tafelblad. Ik eet nauwelijks. Ik leg mijn lepel naast mijn bord, en mijn hand op het warme geel van de zon die nu schijnt op de lege stoel tegenover mij. En de zon wordt op wonderbaarlijke wijze door die stoel teruggegeven, Zodat ik in die warmte blijf. De hele dag. In de 01 warmte van jouw lege stoel. <3 JÉ <V O» O

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 70