mar bed. Het olieflesje wordt geopend. Ik hoor het tikje op de glas plaat van het nachtkastje als het flesje wordt teruggezet. In haar handpalm glinstert een poeltje Goddelijke vloeistof met een hoge viscositeit. Ik kreun van opwinding. Het ritme van onze lichamen versnelt. Ik roep mijn Ex aan. Wanneer ik zwart voor mijn ogen word en mijn lichaam explodeert, roep ik nogmaals - nu luider - mijn Ex aan. Na elke ohrolt de naam van mijn Ex uit mijn keel alsof daar een stapeltje letters op ejaculatie ligt te wachten. Met een blanco hoofd en in een ongemakkelijke houding verlies ik het bewustzijn en val in een diepe zee van azuurblauw lauw water, waaruit ik in doodsnood zal ontwaken. Gedesoriënteerd en happend naar lucht. juli 2008

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 86