levensonderhoud te voorzien deed hij allerlei literair gerichte
klusjes: het beoordelen van boeken voor een uitgeverij, stukjes
schrijven, vertalen en bewerken van uiteenlopende soorten
boeken, van Heinrich Mann tot populair-wetenschappelijk
werk. Op 14 augustus 1924 trouwde hij en uit dat huwelijk
kwam een dochter.
Inmiddels was Blijstra opgenomen in een groep jonge kunste
naars, een Amsterdamse bohème waar ook Carel Willink toe
behoorde. Willink stuurde enkele prozagedichten van Blijstra
naar het Vlaamse avant-gardistische tijdschrift De Driehoek, met
E. du Perron en Paul van Ostaijen in de redactie, en dat leidde
tot Blijstra's literaire debuut in 1926. In datzelfde jaar ver
scheen zijn eerste verhaal in dagblad Het Volk. In 1927 volgden
verhalen in onder andere Het Volk en De socialistische gids. Be
halve het begin van zijn literaire carrière vormde deze periode
het begin van zijn socialistische overtuiging, die Blijstra zijn
hele leven zou behouden.
Het huwelijk van Blijstra ging al snel mis en in 1927 woonde
hij in bij Carel Willink. Daar ontmoette hij Du Perron, het
begin van een jarenlange vriendschap. Du Perron was de
stuwende kracht achter het boekdebuut van Blijstra, IJzeren
vlinders, dat in 1927 verscheen, met een tekening van Carel
Willink. Du Perron was ook de stuwende kracht achter het tijd
schrift Avontuur, in 1927 door Du Perron, Van Ostaijen, Dinger
en Blijstra begonnen, maar dat na drie nummers in 1928 al
weer ophield te bestaan, toen Blijstra en Dinger aarzelden met
het overmaken van hun financiële bijdrage. Blijstra publiceerde
in diverse literaire tijdschriften, waaronder Forum en Critisch
Bulletin. In 1930 verscheen zijn tweede bundel, Graphische voor
stelling.
In 1929 scheidde Blijstra van zijn eerste vrouw en in 1932
trouwde hij met de lerares en vertaalster Maria van der Meulen.
Vanaf 1934 reisde het echtpaar veel door Europa. Ze verbleven
in Spanje en van 1936 tot 1937 woonden ze in Griekenland, op
Aegina. Blijstra verdiende de kost als freelance journalist en
publiceerde onder andere in de Nieuwe Rotterdamse Courant
(1935-1940). In Spanje schreef hij de korte roman Aanslag, die
in 1936 werd gepubliceerd; het verhaal van de onpraktische
anarchist Casimir Doncel. In 1937 kwam het echtpaar terug
naar Nederland en werd Blijstra redacteur bij het weekblad