mak te verbergen wanneer we elkaar op straat tegenkwamen onder de weldadige schaduwen van bomen die hun felgekleur de gebladerte, de spottende pluimages van een eigenaardig sei zoen, maar niet wilden laten vallen. Onder ons was die ene achtbare oude man, wel bekend vanwe ge zijn eigenaardigheden, die onze problemen al weken van te voren voorzien had. Terwijl hij door de stad trok, zijn slijpsteen waarmee hij zijn brood verdiende draaiend, had Mr. Marble ge sproken van datgene wat hij 'kon lezen in het gebladerte', alsof de heen en weer wiegende kruinen met hun weelderige kleur tinten de bladzijden waren van een geheim boek waarin hij gouden en karmozijnrode hiëroglyfen najoeg. 'Kijk er gewoon eens naar,' mende hij voorbijgangers, 'zoals zij hun kleuren bloeden. Ze zouden onderhand leeggebloed moeten zijn, maar nu vormen ze... beelden. Iets diep in het gebladerte wil zich la ten zien. Ze zijn zo dood als vodden, ziet u zoals ze daar han gen, lam en verlamd. Maar nog steeds zit er iets diep daar binnen.' Ja, we zagen ze, hoewel ietwat te laat. En de beelden waren niet alleen te zien in de kleurenpaletten van het dode gebladerte. Zij konden zich overal manifesteren, al was het altijd van korte duur. Op de vochtige en gebroken stenen van een keldermuur kon zich wellicht een misvormd gezicht aftekenen, de af schuwwekkende verschijning van een gelaat dat de donkere hoeken van onze huizen infiltreerde. Andere gezichten, me laatse maskers, konden oprijzen uit de ruw betimmerde muren of houten vloeren en een ogenblik om zich heen gluren, om dan meteen weer weg te zakken in de beknotte schaduwen, zich terugtrekkend onder de oppervlakte. En er waren zovele naamloze patronen die over de planken van een oud hek of de zijkant van een schuur konden kruipen, graveringen ver schrompeld en in elkaar verstrengeld als ondergrondse kluwen van wortels en hechtranken, een ondergrondse manie van ver warde kronkelingen en knoestige ornamentiek. En toch waren deze beelden niet onbekend voor ons... want hierin herkenden we dezelfde contouren als van de herfstachtige ontbinding die onze dromen verlichtte. Net als de oude visionair die messen en bijlen en sikkels sleep, konden wij nu ook het grote boek van de ontelbare kleurige bladeren lezen. Toch bleef hij ons veruit de baas als het ging

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 96