Heden in het heden - 3
Je licht stroomt door mij heen
en straalt in mijn gedachten.
Ik omhels je en voel koelte in mijn
lichaam alsof ik word gebaad in een
bad met geparfumeerd water. In een blinde roes
houd ik je vast en jij kijkt [verdoofd]
naar mijn beide ogen. Daarna ga je,
verdwijn je en blijf ik alleen in een
vreemde en onbekende stad - maar,
omdat ik aan je denk besta je, zoals
iemand bestaat van wie we voelen
dat hij er is al is hij er niet. Echter,
het gevoel van een aanwezigheid
is als het geluid van het voorjaar,
zo anders dan het witte zwijgen
van de winter.
En als het geluid van de droom
voor je weggaat en ik mezelf
in de omkering/wending van de droom bevind.