Heden in het heden - 3 Je licht stroomt door mij heen en straalt in mijn gedachten. Ik omhels je en voel koelte in mijn lichaam alsof ik word gebaad in een bad met geparfumeerd water. In een blinde roes houd ik je vast en jij kijkt [verdoofd] naar mijn beide ogen. Daarna ga je, verdwijn je en blijf ik alleen in een vreemde en onbekende stad - maar, omdat ik aan je denk besta je, zoals iemand bestaat van wie we voelen dat hij er is al is hij er niet. Echter, het gevoel van een aanwezigheid is als het geluid van het voorjaar, zo anders dan het witte zwijgen van de winter. En als het geluid van de droom voor je weggaat en ik mezelf in de omkering/wending van de droom bevind.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 103