O»
a>
vo
Moddergat. Staalzwart zwartwater. Kikkerloos.
De dode vogels overal zwart. Hier wordt licht
dronken van verdunde zonde en de wind bevingert
de vergeelde judaspenningen als een vrek
met Parkinson's. Alle ruïnes van onze ogen
afgeschermd. Golfplaten gangen bekronen
steigerbouwbruggen. Bovenop de laatste
een meeuw, schor van het verdoemenis preken.
Eenmaal beneden bijt de douaneambtenaar
op zijn beslissing. Terug of toch vooruit
maar? Kijk, de tijd is van zijn anker geslagen,
ligt gestrand en gebroken op het slik.
De enige weg voert langs het wrak.