hesen het lijf op hun schouders en brachten het naar binnen.
Ze legden hem neer op een dhurrie. Een van de vrouwen spren
kelde water over het gezicht van de bewusteloze man; een
ander wuifde een waaier boven hem en bracht de stilstaande,
vochtige lucht in beweging.
Neef Muthu! Zijn verstand weigerde het feit te accepteren.
Maar hij was zelfs niet uitgenodigd! Hoe kon hij zomaar onuit
genodigd binnenlopen? Of liever, binnen worden gedragen,
hoonde een stem in zijn gedachten. Er kwamen hem beelden
van hun laatste ontmoeting en afscheid voor de geest. De haat
en woede die hij voor zijn oude vijand had gevoeld, bezorgden
zijn tong nog steeds een zure smaak.
Hij keek neer op de vooroverliggende gedaante, niet zeker van
wat hij verwacht werd te doen of te zeggen, maar gelukkig nam
zijn zuster de zaak in handen. Als de dokter in huis was zij het
kalmst. Ze controleerde de bloeddruk en de polsslag van de
oude man en zorgde ervoor dat er niet teveel mensen omheen
liepen.
De meeste anderen begonnen zich te verspreiden, niet in staat
langer te wachten op koffie en ontbijt. In een hoek van de
binnenzaal waren de priesters aangevangen met hun voor
bereidingen. Vanuit de keuken begonnen een baklucht en de
geur van zoetigheid in melk de zaal te vullen. Spoedig zouden
de vrouwen piramiden van goudkleurige lekkernijen binnen
brengen en die rangschikken naast de bloemen en kokosnoten,
de zijden dhotis en angavastrams, de pinangbladeren en -noten.
Binnen korte tijd zouden de priesters de houtblokken binnen
brengen om het vuur aan te steken waarvoor zijn zoon in de
brahmaanse gemeenschap zou worden ontvangen, spoedig
zou hij de geheime riten van de sandhya en de gayatri in het oor
van zijn enige mannelijke kind fluisteren. Die klanken werden
verondersteld de spreker en zijn familie tegen alle kwaad te
beschermen. Zelf had hij ze van zijn vader geleerd en hij had
meer dan een jaar trouw iedere ochtend en avond gebeden. In
hoeverre hadden ze hem en de zijnen beschermd?
Plotseling stonden de herinnering aan zijn eigen heiligedraad-
ceremonie en de toestanden die daarmee verbonden waren
hem zo helder voor de geest, dat hij zich snel omdraaide op
zoek naar een lange, zeer geliefde gestalte, waarvan de naam
hem in geen twintig jaar over de lippen was gekomen.