trots zocht hij zich een hol in het bos en woonde in een eiken
houten doodkist.' Boelanov leefde er uitsluitend op de beschui
ten die hem eens in de drie maanden werden gebracht. 'Kalm
en blij lag hij in zijn kist en genoot van zijn levenskennis', zelfs
toen de beschuitenbrenger hem had verteld dat de sovjets de
macht hadden veroverd en van zijn klooster een sovchoz had
den gemaakt. De gedachten van Boelanov waren zo kalm en
transparant geworden dat niets deze nog kon verstoren, zijn
grijze baard bedekte al de halve kist.
Op zekere dag besefte de graaf dat hij definitief het licht had
gezien.
Maar de nacht daarop werd hij plots wakker. Brandend gevoel
in zijn rug! Hij keek in zijn kist: 'in de hoeken van zijn duistere
sponde was het een komen en gaan van kersrode wantsen. De
kluizenaar werd er misselijk van.'
De satirische romans De twaalf stoelen en Het gouden kalf (1931)
maakten Ilf Petrov tot een zeer beroemd schrijversduo in
de Sovjet-Unie. Vreemd genoeg belandden ze niet onder een
of ander voorwendsel in de goelag; ondanks hun nauwelijks
verhulde kritiek op de sovjetmaatschappij, de 'Nieuwe Econo
mische Politiek' respectievelijk 'het socialisme in opbouw'.
Maar eigenlijk staken ze de draak met alles. In die duistere
stalinistische jaren kon Ilf in 1937 apolitiek aan tuberculose
overlijden, en vond Petrov in 1942 zijn einde bij een vliegtuig
ongeluk op de Krim, waar hij oorlogsverslaggever was. Hoofd
persoon in beide boeken is de oplichter Ostap Bender, een on
waarschijnlijk personage van deels Turkse komaf. In De Twaalf
Stoelen, aan het eind waarvan hij sterft, speurt Ostap naar een
schat die vóór de Revolutie in één van een identieke set stoelen
is verstopt. De lange reizen achter de stoelen aan en de bij
behorende talloze verwikkelingen leiden uiteindelijk tot niets,
behalve dan de al genoemde dood van Bender, die door zijn
kompaan en slachtoffer de hals wordt afgesneden - een hoe
danigheid die in het vervolg Het Gouden Kalf, een zwakker,
maar nog altijd zeer lezenswaardig boek, onmiddellijk onge
daan wordt gemaakt met de mededeling dat Ostap de bekken-
snijderij ternauwernood had overleefd. Een flauwe kunstgreep,
het absurde sovjetuniversum waardig.