O =T iv z IV o KJ O VO "C 3 CO c ra CO Lkl 00 LU vo on O O CO O O CO LU O IA U weet dat ik kraaiend kwam, het gordijn voor het raam bolde. U huurde een weegschaal, ik glom, u beiden hield me tegen het licht. Artsen schoven aan, kleine klopjes, eentje met een hamertje. Waarom niet met de helm geboren, een spreuk op de lippen, met een glimlach over alles heen geplast? Het wiegje van steen wist ik te verduren, uw koude handen die mij wasten, emmers sneeuw. In mijn binnenste aan het huilen, vouwde ik mijn dromen uit, voelde mijn bestaan, zwaarder dan de dood. LO

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 50