Zonder zijden parachute ingedaald,
zonder vliegende rugzak bij u naar buiten.
Mijn armpjes wijd door u gestrekt,
alsof ik gevleugeld word, op schaal
gemeten, gepolijst met uw zepen.
Mij wentelen wil ik onder water,
peddelen in de lucht, stijgen, landen,
op zilveren batterijen loodrecht bij u
omhoog, u mijn straalkracht tonen.
Ik vlieg, moeke, continentaal
en ook nog aërodynamisch. Weidse
vergezichten als gij me optilt,
ik voelbaar zweef boven propere
doekskes, dozekes - amai, ik leef.