X uj
iO
[JJ Op een dag, schalks in het universum laat mijn vader mij los
in mijn moeder, kraait mijn zusje ja ja! lachen mijn vader en
Z moeder terwijl ik lig te ontstaan. Ik ben een lichaam uit een
lichaam uit een lichaam uit een lichaam uit een lichaam uit
een lichaam. Het is warm daar, donker. Het hobbelt. Maar het
heet nog geen warm, donker, gehobbel - in de perfecte
naamloze wereld. Mijn zusje kraait ja ja! Betrapt lachen mijn
scheppers en ik bevind me, microscopisch, middenin een
scène rondom mijn persoon. De detective luid kraaiend, mijn
daders betrapt en wat doen ze: ze lachen. En ik lig een wezen
te worden. Er wordt gelachen, er word gekraaid. Voorts wordt
er geslapen. Gehobbeld. Een eeuwigdurende hobbel. Het
hobbelen werd mij zo eigen dat ik, als ik uit de trein stap,
opnieuw word geboren. Op een dag word ik, schalks in het
universum, geboren. Mijn zusje aait met haar handje en
iedereen lacht want ik ben een lichaam uit een lichaam uit
een lichaam uit een lichaam en we willen allemaal geboren
worden opnieuw, schalks, in mij.
«O