X uj iO [JJ Op een dag, schalks in het universum laat mijn vader mij los in mijn moeder, kraait mijn zusje ja ja! lachen mijn vader en Z moeder terwijl ik lig te ontstaan. Ik ben een lichaam uit een lichaam uit een lichaam uit een lichaam uit een lichaam uit een lichaam. Het is warm daar, donker. Het hobbelt. Maar het heet nog geen warm, donker, gehobbel - in de perfecte naamloze wereld. Mijn zusje kraait ja ja! Betrapt lachen mijn scheppers en ik bevind me, microscopisch, middenin een scène rondom mijn persoon. De detective luid kraaiend, mijn daders betrapt en wat doen ze: ze lachen. En ik lig een wezen te worden. Er wordt gelachen, er word gekraaid. Voorts wordt er geslapen. Gehobbeld. Een eeuwigdurende hobbel. Het hobbelen werd mij zo eigen dat ik, als ik uit de trein stap, opnieuw word geboren. Op een dag word ik, schalks in het universum, geboren. Mijn zusje aait met haar handje en iedereen lacht want ik ben een lichaam uit een lichaam uit een lichaam uit een lichaam en we willen allemaal geboren worden opnieuw, schalks, in mij. «O

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 54