In het allereerste begin van vee en mest en gras zijn wolken de baas
het landschap glijdt als een gebakken ei van links naar rechts
op en neer gaat alweer de zon.
Het mes dat trilt in mijn hand snijdt en steekt letters in het blauwe vel
dat scheurt en geel smeltend ei van zon bakt sissend op mijn buik.
Spek kruipt uit de navel en zorgt voor een voedzame maaltijd.
O, kruiden, klaverzuring en groene oren van de paardenbloem
en in de greppel smelt de zwarte chocolade. Het eeuwige ijs
wroet zich omhoog en ik lik bloed aan het zoete witte puntje.