In het allereerste begin van vee en mest en gras zijn wolken de baas het landschap glijdt als een gebakken ei van links naar rechts op en neer gaat alweer de zon. Het mes dat trilt in mijn hand snijdt en steekt letters in het blauwe vel dat scheurt en geel smeltend ei van zon bakt sissend op mijn buik. Spek kruipt uit de navel en zorgt voor een voedzame maaltijd. O, kruiden, klaverzuring en groene oren van de paardenbloem en in de greppel smelt de zwarte chocolade. Het eeuwige ijs wroet zich omhoog en ik lik bloed aan het zoete witte puntje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 62