Op kosten van de lokale overheid reisde hij terug naar zijn geboortegrond voor een ode van vier strofen. Een blozend jongetje op een step reed hem met zelfgefabriceerde motorgeluiden op het trottoir zowat omver. Bij de buurtsuper beweerde men dat hij een aarzelende houding aannam aan de rand van rijen winkelkarretjes. En namens het college sprak de cultuurwethouder voor de regionale pers over een 'emotionele huishouding' die buiten hun schuld niet geheel op orde bleek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 65