<N
In.
De dagen brengt de poppenspeler in eenzaamheid door. Iedere
dag eet hij in de steeg achter Masaru's winkel.
In het steegje zitten is alsof je je achter de coulissen begeeft. Je
kijkt uit op de zijde van het decor dat het publiek nooit te zien
krijgt.
Van alle plaatsen in deze stad bevalt het steegje Cagliostro het
beste. Het ruikt er vaag naar het water onder de stenen roosters
van de putten en zelfs op de warme middagen is het hier nog
koel en schaduwrijk. Er groeit onkruid tussen de stenen door.
Hij neemt plaats op een laag muurtje van gestapelde stenen en
kijkt uit op de bouwput die erachter ligt. Er wordt een hoog
gebouw opgetrokken, een monoliet van ijzer en beton die nu
nog gevangen is in een kooi van bamboesteigers, maar die
spoedig op deze stad losgelaten zal worden, waarna hij alle lage
houten gebouwen in deze verstilde oude buurt zal overheersen.
De werklieden klauteren behendig over de verende bamboe
steigers. Ze dragen overdreven wijde broeken, die bij hun
kuiten strak toelopen. Aan hun voeten hebben ze teensokken
waarmee ze op houten sandalen kunnen stappen, die onderaan
de steiger in de modder op hen staan te wachten.
Rond het middaguur zetten ze zich aan de lunch. Hij kijkt hoe
ze hun bezwete gezichten en nekken droogdeppen met hand
doeken. Hoe ze hun handen wassen in een houten tobbe. Dan,
gezeten in een moeiteloze hurkstand, openen ze hun lunch-
dozen en razendsnel en efficiënt gebruiken ze eetstokjes om
de stukjes rauwe vis, de garnaaltjes, de rijstballen en de inge
maakte groenten naar hun monden te brengen. De mannen
eten zoals ze werken, met de onvermoeibare efficiëntie van
insecten. Cagliostro kan waarderen hoe onverzettelijk ze daar
op hun hurken zitten, in de schaduw van het bouwwerk waar
aan ze zwoegen. Sommigen van hen knikken hem toe als hun
blikken kruisen, anderen staren naar het eten in hun handen
en doen of ze hem niet zien. Het is hem om het even.
Een loopjongen van Masaru haalt iedere dag versgebakken
brood (een zeldzaamheid in deze stad) en rookvlees en eieren
voor hem. De poppenspeler tikt de eieren stuk in een glas,
mengt ze met wat suiker en drinkt ze op. Dan begint hij aan
het brood. Hij snijdt een paar sneden af en belegt ze dik met
plakken rookvlees. Hij opent een fles met de sterke kleurloze