drank die ze hier stoken van zoete aardappels, neemt een kleine slok, maar wacht verder met drinken tot hij is uitgegeten. Hij kijkt toe hoe de arbeiders met elkaar praten. Hoe ze hun sigaretten roken, terwijl ze de laatste ogenblikken van hun pauze proberen te laten voortduren. Hij kijkt toe hoe de grap jas die Take genoemd wordt, zich laat rondrijden in een houten kruiwagen. Hij luistert naar de liederen die ze zingen, geza menlijk, met gesloten ogen en uit volle borst. Hij beseft dat dit evengoed een voorstelling is als zijn poppen spel. Ook al zit hij hier iedere dag, ook al is hun eenkoppig publiek iedere dag hetzelfde, toch kunnen zij maar niet aan hem wennen. Dus voeren ze een toneelstuk op: arbeiders die gezellig en ontspannen aan het middageten zitten. Ze camou fleren hun nervositeit met bravoure en gespeelde kalmte. Hij begint te drinken terwijl de arbeiders weer aan het werk gaan. Dit soort dingen wordt al snel een ritueel. 3 Het is een bewolkte nazomerdag als de grote Cagliostro een nieuwe toeschouwer krijgt. Het is een klein mager jochie, zijn ribben zijn zichtbaar door zijn hemd en zijn hoofd is te groot voor de rest van zijn lichaam. Hij loopt op zijn blote voeten. Zijn gitzwarte haar hangt voor zijn gezicht. Het jochie blijft staan en kijkt naar hem op. "Pan!" Hij wijst op het restant van het brood dat op het muur tje ligt. Dan wrijft hij over zijn buik. Nogmaals: "Pan!" Hij steekt een klein handje uit. Cagliostro kan het vuil in de handlijnen zien. De toekomst is er niet in te lezen, maar het heden wordt gekenmerkt door armoede, zoveel is zeker. De donkere ogen van het jochie glanzen in het flauwe licht van de hemel. Ze glijden van het brood naar de grote vreemde wester ling en weer terug naar het brood. Cagliostro blijft zitten. Zijn linkerhand rust vlak naast het brood op het muurtje. Die hand kan alles dwarsbomen. Het is een grote sterke hand, bedekt met eelt en oude littekens. Zo'n hand kan de magere pols van een bedelend jochie gemakkelijk breken. Maar honger maakt moedig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 73