Hij staat op en met zijn handen tast hij de glazen wanden af
van de manshoge kist waarin hij plots opgesloten zit.
Dan bukt hij en doet alsof hij iets uit het zand trekt.
"Ik trok een lange roestige spijker uit de vloer en ik wreef hem
tussen mijn handen zoals dit Hij drukt zijn grote handen
plat tegen elkaar en begint ze langs elkaar te wrijven. ik
deed dit zeven dagen en zeven nachten achtereen en toen had
ik een stiletto, zo hard als ijzer en met een gemeen scherpe
punt."
Pan wrijft ook in zijn handen, hij weet niet met welk doel,
maar het lijkt juist.
Met zijn handen gebaart Cagliostro de dolk uit lucht. Hij pakt
de onzichtbare handgreep vast en doet alsof hij met punt in de
vingertop van zijn wijsvinger prikt. Zwaaien met de pijnlijke
vinger, zuigen om het bloed op te drinken. Pan begrijpt het
concept van een dolk en met grote glanzende ogen kijkt hij
toe. Nu wordt het spannend.
"Ik klom tegen de muur en over het gewelfde plafond, tot
onder het valluik. Ik hing daar als een spin aan het plafond,
één uur, twee uur, wie weet hoe lang, totdat ze me eindelijk
mijn eten kwamen brengen. Ik vergat de kramp in mijn spieren
en dacht slechts aan mijn doel. Ik hielde de stiletto tussen mijn
tanden en wachtte af. De bewaarders openden het luik en
gilden als vrouwen, toen ze mijn handen over de rand zagen
kruipen. Ze hadden een mandje met gekookte eieren dat ze
omstootten. De eieren rolden langs me het gat in, terwijl ik me
optrok."
Cagliostro springt op en doet alsof hij worstelt met onzichtbare
gedaanten. Zijn ene hand omklemt een onzichtbare pols, of
misschien een keel. Zijn knie schiet omhoog en raakt een kruis.
Dan de stiletto. Hij steekt en steekt nogmaals in de lucht. Het
ongeziene wapen boort zich door buik en borst, glipt tussen de
kooi van ribben en zoekt het plots onbeschermde hart.
Cagliostro werpt de stiletto in de lucht en vangt hem met een
snelle greep weer op. Met de vingers van zijn andere hand
toont hij dat het wapen nu naar beneden uit zijn vuist steekt.
De andere bewaarder probeert te vluchten, maar Cagliostro
springt bovenop hem, werkt hem naar de grond. Hij slaat met
zijn vuist op het zand.
"Basta!"