Hij staat op en veegt het bloed van de stiletto die er niet is. Pan schatert het uit en klapt in zijn handen. Cagliostro maakt een buiging naar de jongen. Dan is de voor stelling voorbij en Cagliostro gaat weer in het zwarte zand zitten en reikt naar de fles. Hij kijkt uit over de zee. De jongen kijkt alleen naar hem. De zon is nu bijna onder. "Er is geen cel waaruit je niet kunt ontsnappen. Als je maar werkelijk wilt is er geen deur die je tegen kan houden. Om uit die burcht te ontsnappen moest je kunnen vliegen." Hij neemt een slok shochu. "Dus ik sloeg mijn vleugels uit en vloog weg." Pan begrijpt hem niet. Cagliostro zet de fles nog een keer neer, haakt zijn duimen achter elkaar en laat zijn handen fladderen als een vogel. Pan maakt ook een kleine vogel van zijn handen en vliegt mee. Het zal nu snel donker worden. In het oude theater in de stad zal weer een nieuw publiek verzamelen. Cagliostro zucht en staat op. "Geloof niet alles wat je verteld wordt." 8 Het regent. Af en toe is het even droog, maar de lucht blijft bewolkt en al spoedig komt de volgende stortbui. Er is weinig licht, alsof de dag maar niet wil aanbreken en blijft steken bij het hazengrauw. Pan zit te wachten onder het afdakje aan de achterkant van de groentewinkel. Hij zit op zijn hurken en legt knopen in de veters van de grote schoenen die hier staan te wachten. Dan haalt hij de knopen er weer uit met zijn kleine behendige vingers. De werkmannen staan iets verderop ook tegen de gevel te schuilen. Pan ziet de gloeiende puntjes van hun sigaretten, hij hoort het geroezemoes van hun stemmen. Dan hoort hij het geluid van haar sandalen. Zijdelings loert Pan in haar richting. Ze heeft een paraplu tegen de regen, en het mandje bungelt weer aan haar arm, frivool en leeg. Ze kijkt naar haar voeten als ze de werklieden passeert. Ze praten tegen haar, maken opmerkingen en als ze voorbij is wordt er gefloten. Ze draagt vandaag een kimono met roze flamingo's. Opzichtig, vindt Pan. En ordinair. De woorden die hij volwassenen hoort gebruiken. Flamingo's horen niet in de regen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 79