een vogel. Pan kan haar gezicht niet zien, maar hij ziet hoe ze
het mandje omhooghoudt.
De man in het pak stapt naar voren en slaat haar in het gezicht.
Zij laat het mandje vallen en grijpt naar haar gezicht. Een grote
witte daikon-radijs valt uit het mandje en rolt over de stenen.
De man slaat haar nogmaals. De vrouw zakt nu door haar
knieën. Haar kleurige kimono raakt de stenen. Ze verbergt haar
gezicht in haar handen. Het lijkt erop dat ze huilt, maar Pan is
te ver weg en kan het niet horen.
Vanaf de steiger staan de werklui naar beneden te kijken. Van
af iedere bamboeverdieping steken de hoofden tevoorschijn.
Iedereen kijkt, maar niemand zegt iets. De man grijpt de vrouw
bij haar kimono, zijn hand achter haar nek en sleurt haar mee.
Ze komt overeind en loopt gebogen achter hem aan. Hij loopt
snel en ze verliest haar sandalen. Op blote voeten volgt ze de
man.
Als ze uit het zicht verdwenen zijn, breekt het kabaal op de
steiger los. Er wordt gelachen en gejoeld. Pan sluipt naar de
steiger toe. Hij kijkt goed of er misschien nog iemand zich
verbergt onder de steiger, maar er is niemand meer. Ook op de
steiger schenkt niemand aandacht aan hem. Hij pakt de radijs
op, houdt hem tegen zijn borst en wil weer weg rennen. Dan
bedenkt hij zich en grijpt ook de twee sandalen. Een paar
straten verderop verstopt hij de sandalen in een vuilnisbak,
maar niet voordat hij geprobeerd heeft om er zelf op te lopen.
De sandalen zijn te groot en te hoog voor zijn voeten. Hij
knaagt wat aan de daikon, maar de smaak is bitter en valt niet
goed in zijn lege maag. Hij probeert nog wat te eten, maar
houdt er al snel mee op.
Die nacht slaapt Pan tussen de vuilnisbakken, opgekruld rond
de daikon. Hij ligt op de grond en in zijn dromen kan hij de
aarde onder hem voelen schokken als een levend wezen.
13
De dag erna is Pan extra vroeg. Hij weet dat er vandaag geen
sandalen bij de achterdeur zullen staan. De eerste stralen van
de zon schijnen op zijn rug en verwarmen hem. Het belooft
een warme dag te worden. Een dag voor zoete eieren en paarse
ijsjes. Maar in het steegje komt de zon nog niet en het zal er
koel zijn. Misschien is zijn vriend ook al wakker en is hij van-