KREUTZER
De tweede aflevering van de Piet Janserie
O
Piet en ik (Jan) hadden elkaar veel bij te praten. We wilden uit
waaien en namen de boot naar Urk, voor de rust, hadden we
bedacht, maar dat viel tegen. Er werd flink meegeluisterd door
veel vijftigplussers, een tragische veertiger (schaduwweduw-
W naar, begreep ik later), en een club vrouwen van rond de dertig
die op reclame leken en zich opwonden met een puzzeltocht
waaraan een boer verbonden was. Het had slechter gekund. Al-
leen de veertiger ging mij tegenstaan: het was een koningshuis-
deskundige die veel meningen bloot had over het huwelijks-
g leven en roken, dingen die ik liever zelf uitzoek. Wel had hij
een theorie over muziek, maar die was door de puzzeltocht niet
te volgen.
Nadat ik Piet over mijn geluk met Grazyna had ingelicht (de
anekdote met jarretelles en snuiftabak wilde ik voor het eind
van de dag bewaren), vertelde Jan dat het een paar maanden
geleden zijn origine had: Emma (zijn vrouw, Emma Bakker)
had eindelijk wat geërfd en er was een prijs van de loterij, hoe
veel daar bleef hij vaag over. Hoe dan ook, er was ineens zoveel
dat hij per nieuwjaar ontslag had kunnen nemen: bij deze deel
ik u mede dat: weg. Eigen baas. Hij had nu sinds maart een
Stichting met twee stevige poten en een wiebelende stille
derde. Heel verstandig, vond ik. Je moet je eieren spreiden. Zelf
doe ik naast de bakkerij ook feestverhuur (stoelen, koffieketels
e.d.) en Egyptische postzegels.
Wat is je handel? vroeg ik Piet. Kreutzer, Jan, zei hij. Kreutzer.
Ken je dat? Ik dacht heel diep want ik wilde graag op een
niveau blijven, vooral met Piet, en serveerde Nabokov: Lolita,
Piet! In die kamer, vlak voordat hij haar in de tuin ziet liggen,
in die kamer hangt boven het bed de Kreutzer Sonata. Zit je in
de kunst? Heel goed Jan, zei Piet. Je bent er nog. Ja en nee. Het
is min of meer kunst, ja en nee. Maar nou moet het verhaal
IN