Piet had me te pakken. Ik stond op, ging richting buffet. De
plussers en de puzzeltocht hinderden want ik zat bij de viool
van Emma en het duet. Zelf doe ik op donderdagavond dwars
fluit, minder dan middelmatig, maar als ik een duet doe met
Suzan, gitaar, en het klinkt ergens naar, dan is dat een massa
bevrediging: wij twee, Jan en Suzan, laten het klinken, en daar
kan niemand iets aan afdoen, niets kan dat doen afnemen,
dacht ik aan dat buffet naar Urk. Wij doen het klinken, Jan
Suzan.
Proost Piet. Proost Jan, waar was ik? De sexbom en het orgel.
Goed, zei Piet. Sonate, roman, toneel, film, ballet, schilder
kunst, je kunt veel kanten op. Er bestaat ook een Kreutzer-
Sonate kwartet, geen heb jij de A van 4, maar muziek met
partituur, uit 1923, en ik weet niet wat ik daar van denk. Het
mag en het kan, alles mag, maar waar blijf je dan? Het ging in
de oorsprong om een duet, man man, man vrouw, vrouw
vrouw, maar met een kwartet wordt die vorm verwarrend,
wordt het al snel sextet, octet en gaat het van kamer naar een
symfonie waarin iedereen broer of zus kan worden. Maar ja, die
vrijheid is er gelukkig wel. Hier maakte Piet alle kanten op diri
gerende gebaren, zoals een verkeersagent die in de knoop zit.
Om hem weer aan de grond te krijgen vertelde ik dat je de
dingen simpel moet houden, en gescheiden: vroeg op, eerst dit,
dan dat; met zus bemoei ik me niet en van zo wil ik niet weten;
radio op Willeke Alberti. Piet gaf me grotendeels gelijk. Want
waar ik wel eens mee zit, zei hij, is dat er ook een massa kunst
is die zich niet 'Kreutzer Sonate' titelt maar wel het thema
gebruikt, het van een andere kant belicht of varieert, zoals die
Hongaar die jij net noemde. En is het nog Kreutzer als het
anders heet? En wat als het Kreutzer Sonate heet maar het gaat
over een verkeerd gespelde caravan, of over een eenzame cow
boy die de afrekening afwachtend in de Kreutzer, een honky-
tonk, nog één keer het liedje pianoot dat zijn moeder voor hem
zong als hij weer eens uit de eik was gevallen?
Dan is het een rariteit, bedacht ik, een curiosum, en communi
ceerde dat naar Piet. Het bestaat, zei hij, Kreutzer sonateurs die
Tolstoi alleen van naam kennen. We hingen in een impasse en
werden gered door de bel: dertig, veertig, vijftig plus wij
moesten van boord voor een rondleiding. Urk was Urk. Niks
mis mee. Vaste grond onder de voeten. Netten werden geboet