beetje. Van gedichten weten ze, een enkele gelukkige uitzonde ring daargelaten, niets. In bijna alle gevallen is de stadsdichter de eerste dichter die het stadsbestuur tegenkomt. Een raadslid dat een stadsdichter wil aanstellen is zoiets als Stevie Wonder die nieuw behang gaat uitzoeken. Inmiddels ben ik, na een niet al te zware sollicitatieprocedure, stadsdichter van Utrecht tot 2011. Het tweede belangrijke leer moment was dit: als de kogel eenmaal door de kerk is, is wer kelijk iedereen in de gemeente even aardig en enthousiast dat je er bent. In Utrecht gaat dat zo ver dat de hele gemeenteraad me een hand kwam geven bij de installatie en dat ik een spe ciale leunstoel op het gemeentehuis heb gekregen (waar ik niet in durf te gaan zitten). De eerste opdrachten zijn uitgevoerd, de eerste plannen uiteengezet, er is een Utrechts Dichtersgilde opgericht, er staan wat optredens en festivals gepland en ik kijk bijzonder uit naar de komende anderhalf jaar. Het is bijzonder leuk en dankbaar werk. Een stadsdichter heeft, het woord zegt het al, zowel met zich zelf als met de stad te maken. Een stad die een knip voor de neus waard is, wil iets met zo'n stadsdichter: goede sier maken, promotionele waarde munten, identiteit creëren et cetera. Prima uitgangspunten voor een stad. Maar een stadsdichter die een knip voor de neus waard is, wil méér met zijn functie dan de stad die hem aanneemt: andere dichters onder de aandacht brengen, festivals op touw zetten, plannen maken om poëzie op alle mogelijke manieren aan de stadsbewoners te laten zien en horen. Onder de pet van het stadsdichterschap kun je na melijk heel goed je eigen plannetjes uitbroeden. En het mooie is: als je je werk voor de stad goed doet, dan is de stad ook bereid om mee te werken aan je plannen. Dat moet ook wel, want de stadsdichter in Utrecht krijgt wel een honorarium, maar (nog) geen uitvoeringsbudget. Als een stadsdichter zijn functie louter beschouwt als een ere baantje, een soort alternatieve literaire prijs, dan is dat een gemiste kans. Het leukste van het stadsdichterschap is opereren in het spanningsveld tussen wat de stad van je wil, en wat jij van de stad wilt - om uiteindelijk zo uit te komen dat zowel jij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 44