zelfs geen galgroene vrouwentongen op de vensterbank, enkel weelde van darmflora en ziekenhuisbacterie, onderlichamen in ont binding, pijn gevierendeeld over alle bedden: een desperaat hoopje sputum, een kunstbeen uitgerust voor de dodendans, een golf woel water. drie aangespoelde dolfijnen met open bek zuurstof happend, het bestaan verengd tot dikke en dunne, slok- en endeldarm, tabletten die alles oplossen tussen tong en aars. concerto's voor bedpan en solozang van gesneden katers, geen medelijdend voorwerp, in de deuropening een panorama op rolstoelen tegen terugbetalingstarief, zal ik mij op het vierde laken leggen? hoe ruw neemt het de armen in de armen?

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 49