Voor een hond is het verschil tussen een meer en de zee, de smaak. Zijn maan is een lamp. Zijn lift is een kast waarin hij wacht op een schok tot de deur weer open gaat en buiten vlug is veranderd. Zichzelf herkent hij niet, een hond weet niet wat sterven is. Stokken zijn botten zonder smaak. Alle mensen zijn baasjes en de rest daar denkt een hond het zijne van.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 56