ZS c. O O O O «o O» CL -O O O CM vO O LU Hoop was gericht op de onderdanen, maar zij krasten met hun nagels over de belastingpapieren, krasten zo hard dat de eerste minister het kon voelen in zijn slaap. De minister van Bijzondere Zaken waste twintig maal per dag haar handen, twintig maal, daarbij bijgestaan door haar ambtenaren, die zich twintig maal helemaal wasten, waarna zij hun blik op het westen richtten. Na het voor de negentiende keer wassen van haar handen hing de minister van Bijzondere Zaken zichzelf op. Ze hing daar met schone handen en ze werd gered door honderd helemaal schone ambtenaren die haar reinigden, alleen al door hun bestaan. Door de omstandigheden gedreven ging iedereen weer door met het vestigen van hoop op de onderdanen. Men reinigde zich regelmatig opdat men zuivere hoop zou richten op de onderdanen. Doch de onderdanen bleven vies en onwillig, ze krasten met hun nagels iedere hoop uit het bestaan. «O

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2009 | | pagina 62