Mijn grote liefde komt uit Drenthe, net als ik
halfslachtige provincie, schaars bevolkt
mijn grote liefde is een Drenth, net als ik
vol van turf, jenever en achterdocht
mijn eerste liefde was in Drenthe, met haar
op de schommel, Angelique, we waren zes
mijn tweede liefde was in Drenthe, oh Sylvia
was dertien, te verlegen om iets te zeggen
mijn derde liefde, ook in Drenthe, maar god
wat was haar naam - en hoe jong we waren
het Drenthe van toen verdwenen en de liefde
ach - de liefde.
Uit: Veldheer en andere liefdesgedichten (De Contrabas, Leeuwarden/
Utrecht 2009)