V-J
O
O
0*
vO
Onderstaand stadsgedicht hing zes weken in de Sint Annatunnel voor
voetgangers en fietsers, als twee enorme regels van elk meer dan een halve
kilometer, in een ontwerp van Bob Takes. De eerste strofe van de rechter
oever (de binnenstad) naar de linkeroever, de tweede strofe in de andere
richting. Zie hiervoor www.stadsdichterjokevanleeuwen.be of YouTube.
ha ga hier, u jij golle jullie gij, door deze gang van lucht in
boomse klei, behaagziek als een brug zijn tunnels niet, de
wereld is teruggebracht tot kleine optocht van toevalligheden,
een snelle blik in onbekende ogen, een jas waarin hier iemand
al eens kwam, hier kunnen zon en wind niet bij, hier bloeit
niets, groeit niets, is het heen of weer binnen de lijntjes blijven,
en boven gaat het zoveel kanten op, tien hoog en toch nog
JC uitzichtloos of op de grond iets als de hemel, en u jij golle jullie
gij, al is Sint-Annadorp vergaan, de put in en verdwenen, er
waaien oude liedjes rond tielierelarelom die willen zich bewaren
g tussen getob en tegenzin en opgeraapte grappen, wat doen
Q) de benen hier hun best, er moet weer wat, dat zal wel zijn,
iets halen, iets betalen, iets willen, iemand zien misschien,
-j waren de buizen hier als glas, was er dan nu nog wat er was,
Q) diep in de grond verzonken huizen, drie potten met verschaalde
Q) lijdzaamheid en zoete bonen, de kraag van een matroos met
■J einders in herinnering en veel vuil spel en slappe touwen, de
grove buiken van gestorven schepen, daarboven vissen die
(g volharden, daarboven alles, maar toch weeral geen fraai
ontvangend comité dat staat te zingen van wees welkom-
tierelierelom, hoe goed dat u jij jullie golle gij weer boven
bent zijn zijt (en dan de grote trom en een refrein)