ha ga hier, u jij golle jullie gij, gekomen uit een kromgetrokken
droom met overkant, nog zevenhonderd stappen min of meer
en daar is 't stad, een plein, een schilderij, een berg vers fruit,
een park dat kan bewaard, een menigte die nieuwe kleren wil,
een taak die languit ligt te wachten, een nacht met ogen
open, de properpoetser voor de glans (de koninklijke poort is
moeten lopen naar de gillisplaats, daar staat die poort niet
echt een poort te zijn, er is wel meer niet wat het is), terwijl
hier u jij golle jullie gij onder de schelde bent zijn zijt, ligt alles
boven als versteend op u jij golle jullie gij te wachten, het
wenen op de pauzeknop en niemand raapt nog grappen op,
het lachen houdt zich in om dalijk door te gaan, de stad is stil
gaan staan bij wat er wringt en al die antwerpse geschoeide
voeten stokken, even vraagt niemand waar vandaan, een
schreeuw blijft aan een dakgoot hangen, de auto's wachten
voor het rood en even gaat er niemand dood die iemand
graag in leven houdt, het brood wordt even niet meer oud,
de hoogste bomen weigeren de wind, een val wordt net op
tijd gebroken, de prater zwijgt en vraagt zich af wat hij te
zeggen denkt, het water blijft verbaasd in buizen aarzelen, de
haast weet niet meer waar naartoe, maar dan als u jij golle
jullie gij weer boven komen komt, boegeert het, botst het,
bloeit het, vloekt het, is het toch weer later