van de vierde wand', zoals het in de theaterwetenschap heet als
rolfiguren vanaf het podium tegen het publiek gaan praten, is
het feit dat een bijfiguur als Martin Underwood (inderdaad een
man met een schrijfmachine) in 1898 schermt met Freuds in
1913 verschenen Totem und Tabu, waarvan het publicatiejaar
op de titelpagina de hoofdpersoon in verwarring brengt.
Waar in het 'origineel' van Joseph Conrad Kurtz min of meer
ten onder gaat aan het besef van zijn morele bankroet en van
de aard van de natuur ('the horror!'), is Cagliostro in Orie's
raadselachtige pastiche de verpersoonlijking zelf geworden van
het hart van de duisternis - de belichaming van de primaire
levenskracht van wormen en kakkerlakken, die in ons zo'n
afschuw wekken omdat zij het 'kwaad' vertegenwoordigen,
namelijk de blote, bijna bewusteloze, alles verscheurende levens
wil; de onkenbare, eeuwige natuur met zijn bespotting van
onze fijngevoeligheden, onze pretentie van moraal en morele
evolutie. 'Een kakkerlak leeft nog dagen voort nadat zijn kop
geamputeerd is,' zegt Cagliostro in 'De wet van het scheermes'.
'Een worm kun je met een scheermes in twee stukken snijden,
maar je zult de worm niet doden.'
Is Cagliostro duivel, Uebermensch of een heidense god? 'Ik ben
geen god. Ik ben nog lager dan een worm in de modder onder
je voeten.'
De subtiel, of juist met galmende gong uitgedragen wreedheid
en genadeloosheid van 'de wereld' in Een masker met een tong,
ook tot uiting komend in vele Tarantino-achtige scènes van
plastisch, bruut geweld, is goed te rijmen met Orie's fascinatie
voor Japan, met zijn cultuurhistorische signatuur van genade
loosheid (ook tegenover zichzelf) en zijn in ideologisch opzicht
nihilistische religies van sjinto en zen-boeddhisme.
'Hanze de geluksvogel', op het eerste gezicht een fantasyver-
haal met tal van bekende sprookjesmotieven (zelfs een prinses
in een met klimop begroeide toren ontbreekt niet), blijkt al
spoedig een schijnwerper die alle beloftevolle schaduwen en
endorfineuze illusies laat oplossen. De meest 'verre' fictie van
Orie spiegelt juist het onbarmhartigst het leven, dat geen op
lossingen en overwinningen kent, maar alleen verwikkelingen
en eindigheid. Met de middelen van het sprookje wordt hier