nietig traantje uit zijn ooghoek welde. Kelere! wat is het hier
warm. Broertje gooit nog wat plaggen op het vuur, met de
mededeling dat Ger het verschrikkelijk koud heeft gehad en
vult het verhaal aan met de theorie Ademen van Graniet. Ik ver
dwijn de keuken in. Even ademhalen in een ander vertrek.
Daar zitten een Ierse klusjesman en de poetsvrouw zwaar te
zuipen en joints te draaien. Ik schenk mij een dubbele Conne-
mara whiskey in en draai een Zware Van Nelle. We roken niet
bij Ger. Hij heeft het enorm benauwd.
Nog geen tien minuten later blaast Ger zijn laatste adem uit.
Ger is nu dood. Ik controleer zijn halsslagaders. Geen pols. Is-
sie echt dood? Een spiegeltje, hebben we een spiegeltje? Nee,
hij is nog niet dood. Ger ademt nog... af en toe. Dan zakt het
gordijn. Ik roep de Ierse bezoekers. We huilen en vloeken. Om
helzen elkaar... kijken naar Ger. Helga - Broers vrouw - sluit
zijn ogen. Goede reis, jongen. Wat ik in die tussentijd heb ge
daan kan ik me niet goed meer herinneren. Ik stel me voor dat
ik in de plastic zak heb gegraaid en een stickie heb gedraaid.
Het liefst was ik met mijn neus in een botervloot gevuld met
cocaïne gevallen. Allicht een slok Potin (moonshine) genomen
uit de vier-liter-jerrycan gevuld met vuurwater. Jezus, wat is
het warm hier. Cobie en ik omhelzen elkaar. Iedereen omhelst
iedereen. We drinken en roken en huilen en roken en drinken
en huilen. Even naar buiten. We moeten even naar buiten en
de Berg rondstruinen. Eén van Gers levenswerken. Ja, Ger was
een levenskunstenaar in mijn ogen. Ger was een anarchist, die
als autonoom strijder voor zijn levensgeluk onbeschaamd ge
bruik maakte van de zwakheden van de medemens. Ger achtte
zichzelf nodig om anderen te bevrijden. Hij leefde in de stellige
overtuiging dat de mens een kuddedier is en hij voelde zich
geroepen de kudde aan te voeren. Niets zonder zijn tegenstel
lingen, was dan ook zijn mantra. Ger is dood. Ger hield van de
Horeca. Als hij ergens een hekel aan had dan was het wanneer
de uitbater het licht aan deed en laatste ronde schalde over de
hoofden van de drankzuchtigen. Dat deed hem ook besluiten
om zelf een horecazaak te beginnen. Wat al snel uitgroeide tot
een waar imperium met alle problemen van dien. Maar goed,
hij heeft zijn taak voltooid: het runnen van een horecazaak die
vierentwintig uur per dag en 365 dagen per jaar open is. Bram