landt ons lieve lijkje toch veilig op zijn bed. Opvallend is het stemgeluid van Broertje. Wanneer je in de keuken zit lijkt het of Ger nog leeft. Maar Ger is dood en regelmatig piept een van ons het zijkamertje binnen om zich te vergewissen van zijn dood. En dood istie! Proost jongen. Ik zie hem liever zo liggen dan zojuist in doodsstrijd. Het is goed zo. We gaan er vanavond een paar op je drinken, Ger. En zo begint de Ierse wake van vier dagen met volop plantjes, drank en stevige rock. Twee uur na Gers overlijden komt Gers zoon met Moeder en Zus de Berg op gereden. We laten hen alleen met Ger en proberen ons af te sluiten voor de ijselijke kreten van verdriet. Dan schuiven de dames op leeftijd aan bij het gezelschap Rockers en kletsen we ons suf over Ger. Eerst niets dan goeds over de Dode, gaande weg de avond valt er hier en daar een kritische noot te beluisteren over deze dictatoriale anarchist. Vanuit het toilet - terwijl de boodschap wordt doorgespoeld - denk ik iemand te horen zeggen: Nooit aan iemand zo'n hekel kunnen hebben en hem tegelijkertijd zo kunnen missen. Moeder en Zus staan er op om de afwas te doen voordat we gaan slapen. We kunnen hen ervan overtuigen dit te laten, omdat niemand nog naar bed gaat. Ik ontwaak uit een lege droom. Ger is dood, da's waar ook. Ik wankel naar beneden waar de twee Zusjes uit Rotterdam de afwas doen. Zus wast af. Moeder droogt en ruimt op. Bacon- lucht verdringt tijdelijk asbakstank en drankwinden. Eitjes pruttelen in een grote pan. Het is opvallend rustig in het huis. De luide stemmen van de Broertjes ontbreken. Ger ligt er vredig bij. Zijn Rottweiler krabt aan de voordeur. Ik stel voor om Ger dood te melden bij de autoriteiten. Kan nooit kwaad. Ger had geen enkele affiniteit met welke autoriteit dan ook, be halve dat hij er een duivels genot in schiep hen te 'stimuleren'. Dan kraaide hij met een contract of vergunning in de hand victorie dat hij met Wethoudertje naar de hoeren was geweest en deze volksvertegenwoordiger stijf van de cocaïne en drank in een taxi had gepropt. Die ochtend werd ik mij bewust dat Moeder - die kleine Ger heeft laten dopen - de rabiate atheïst alsnog vanuit de Kerk wil laten begraven en dat de volgende morgen een priester hem de laatste sacramenten zal toedienen. Ik liet - in de traditie van Ger - een flinke boer en wist mij niet verantwoordelijk voor deze lijkenschennis. Zo gaat het nu een-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 13