ling was. Gaandeweg haar relaas begreep zij dat haar verhaal
ons boeide. Zij liet zien dat de Dood bij het leven hoort en dat
je als zesenzeventigjarige dame nog volop van het leven kunt
genieten.-Ik denk even aan mijn moeder. Het was slechts een
kwestie van afsluiten en opnieuw beginnen. Verdriet neem je
altijd mee, aan de andere kant is het ook een bedding voor een
diepere beleving van genot. Ik vraag haar hoe haar leven er
nu uitziet. Opnieuw reageert Bep licht beschroomd en zeer ver
rassend, waardoor de Tafel in het huis van de Dood wordt
bevangen door een bevlogen gevoel. Het leven - geteisterd of
niet door Dood - is een geschenk, mits je ervoor gaat er wat
van te maken. Leve het Leven, leve de Liefde. Dat wordt ons
hier verteld door een krasse romantica:
Ga ik - Beppie - jullie dit hier echt vertellen? Ik bedoel, wij zijn hier
om afscheid te nemen van Ger en ons verdriet te delen. "Ger is
dood!" bast Broer, die samen met zijn vrouw ademloos zit te
luisteren naar deze kortgeknipte grijze Engel. "Daar kunnen we
niets meer aan veranderen, Bep. Alle Jezus, ik kan de naam van
dode Broer niet meer horen. Mijn vrouw is dit verstikkende
oord op die Godverdorven Berg ook beu. Bep! Laat je er niet van
weerhouden om wat licht in deze grot van Rouw te brengen."
Beppie neemt een slok witte wijn en overweegt na jaren ont
houding een sigaretje te roken:
Na een paar maanden begon ik weer wat om me een te kijken. In de
spiegel durfde ik tegen mezelf te zeggen dat ik er voor mijn leeftijd
niet slecht uitzie. Wat let je Bep, dacht ik? Ik meldde me aan bij een
dating site voor senioren. Alleen het idee al maakte me opgewonden
als een jong meisje. Een jong meisje dat al veel van het leven had
gezien en zich zeker niet door een of andere macho zou laten ringe
loren. Ik maakte voor mezelf een aantal stelregels: niet samenwonen,
geen geouwehoer over wat wel en niet kan. Leve de lol, leve de vrij
heid. Ik wilde een kerel leren kennen met humor. Een zelfstandige
vent die van reizen houdt bijvoorbeeld. In mijn stoutste fantasie
schreef ik op papiertje het woord: zeilboot. Dat had ik nu altijd
gewild. Een vent met een zeilboot. Daar heb ik het een week of wat
bij gelaten. Bij AH liep ik meer te fantaseren over zeiltochten dan dat
ik boodschappen deed. Je gelooft het niet, maar ik voelde een drang
om verliefd te worden... Kijkt ons aan, smeert een snede stok
brood met brie voor ons allen, en schiet in de lach: En nu ben ik
verliefd op Bert. En laat Bert nu een prachtig zeiljacht hebben. Wat