over zichzelf en de manier waarop hij zich staande had gehou
den in de DDR en hoe hij de autoriteiten bezighield. Zo ver
kocht en verstuurde Joseph zogenaamde frottages. Gedurende
een lange periode trok hij dagelijks door Berlijn en maakte met
potlood op straat frottages van putdeksels. Op zich is dat al niet
alledaags. Als men weet dat hij week in week uit iedere dag op
zijn tochten door de stad werd gevolgd door steeds zo'n zelfde
meneer die hem op veilige afstand gadesloeg, geeft dat een idee
hoe het moet zijn geweest voor een kunstenaar in Oost-Berlijn.
Laat vooral duidelijk zijn dat Joseph speelde met zijn 'bege
leider'. Het verhaal over die frottages vertelde Joseph 's avonds
onder het eten. Hij had die middag gewoon geen zin gehad om
zijn verhaal aan zo'n grote groep te vertellen. Joseph ver
vaardigde ook ansichtkaarten en hij verkocht er tijdens de
tentoonstelling in galerie Galerij zoveel dat hij de treinreis
terug naar Berlijn van de opbrengst kon betalen. De kaarten die
Joseph produceerde waren een soort Oost-Duitse variant van
de bekende kaarten van Klaus Staeck.
Enkele jaren later nodigde ik Karla Sachse uit voor een ten
toonstelling in galerie Galerij. Ik had veelvuldig contact met
haar gehad na de dood van de vrienden Francke en Huber. Die
overleden allebei in 2002. Kees kreeg een hartstilstand en een
maand later pleegde Joseph zelfmoord. Ook Karla bezocht
tijdens haar tentoonstelling de school. Zij gaf mij het besef dat
het achter dat IJzeren Gordijn niet voor iedereen alleen maar
ellende was geweest. Karla vertelde over haar activiteiten als
kunstenaar. Inmiddels reisde ze over de hele wereld en was zich
er terdege van bewust dat mailart een economische waarde kon
betekenen. Zo zijn archieven van sommige mailarters al aange
kocht door musea. Ik bracht een tegenbezoek aan Karla en in
Berlijn toonde ze me het atelier van Joseph, dat op dat moment
nog onaangeroerd was. Joseph en Karla waren niet getrouwd,
de voordeuren van hun appartementen grensden aan elkaar en
het was duidelijk dat het appartement van Joseph eigenlijk
alleen fungeerde als atelier waarin nu nog stapels ansichten en
drukwerk, doortrokken van de bekende stank van shag. Karla
probeerde het werk van haar overleden partner onder te bren
gen bij musea. In de opbrengst was Karla niet zo geïnteresseerd,
maar het kon misschien een aardig bedragje opleveren voor